Op zaterdag 7 december overleed Alard Beck, oud-afdelingsvoorzitter, oud-gemeenteraadslid en oud-landelijk partijsecretaris. Naar eigen zeggen had Alard drie liefdes: zijn vrouw, de Partij en Ajax.
Alard Beck werd op 8 maart 1943 geboren in de Nijmeegse volkswijk Bottendaal. Hij zou zijn hele leven in of rond het centrum van Nijmegen blijven wonen. Na zijn schooltijd werkte hij als vrachtwagenchauffeur en begon hij een transportbedrijf. Toen een van zijn chauffeurs betrokken raakte bij een ernstig ongeval in de Ardennen, besloot Alard met het bedrijf te stoppen. Hij ging weer de schoolbanken in om geschiedenis te studeren. Begin jaren tachtig behaalde hij zijn doctoraal examen aan de Nijmeegse universiteit. Hij gaf les aan diverse middelbare scholen in de regio en was jarenlang actief in de werkgroep die de landelijke examens samenstelde. Op latere leeftijd kreeg hij nog regelmatig berichten van oud-leerlingen die altijd genoten hadden van zijn levendige manier van lesgeven.
Begin jaren zeventig werd Alard lid van de Partij van de Arbeid. Hij schopte het al snel tot afdelingsvoorzitter. Ook werd hij gewestelijk bestuurder. In februari 1989 werd hij door het congres met een krappe meerderheid verkozen tot landelijk partijsecretaris, in die jaren een fulltime functie. Alard werd daarmee tevens directeur van het Amsterdamse partijbureau. Kort na zijn aantreden als partijsecretaris viel het tweede kabinet-Lubbers en kwam de PvdA onder leiding van Wim Kok eindelijk weer in de regering. Jarenlang maakte Alard lange werkweken in Amsterdam en Den Haag, waardoor hij maar weinig bij zijn vrouw in Nijmegen kon zijn. De ingreep op de WAO die Wim Kok doorvoerde bracht de partij in de zomer van 1991 in een diepe crisis. Hoewel een ruime meerderheid op het congres in Nijmegen Kok steunde, zegden tienduizenden partijleden het lidmaatschap op. Al deze opzeggers kregen een brief van partijsecretaris Beck, die naar eigen zeggen even ‘de meest gelezen schrijver van Nederland’ was.
Na zijn afscheid als partijsecretaris werd Alard in 1995 directeur bij de bve-Raad in De Bilt, de voorloper van de huidige MBO Raad. Hij verrichtte daar onder andere pionierswerk op het gebied van kwaliteitszorg. Eind jaren negentig overleed Alards vrouw, een klap waar hij eigenlijk nooit overheen gekomen is. Sindsdien leefde Alard, die geen kinderen had, als vrijgezel. Hij verhuisde naar een ruim appartement aan de Burchtstraat, schuin tegenover het gemeentehuis. Hij ging met vervroegd pensioen en stelde zich kandidaat voor de gemeenteraad.
Tussen 2002 en 2010 was Alard een zeer actief raadslid. Om uit de bubbel van het stadhuis te komen richtte hij een eigen ‘politiek team’ op, dat maandelijks op zaterdagochtend bijeenkwam om ontwikkelingen in de stad te bespreken. Met al zijn landelijke ervaring was hij een mentor voor jonge partijgenoten. Hij kon bevlogen zijn standpunten verwoorden. In het begin van zijn tweede raadsperiode hield hij een vlammend betoog tegen het voorstel van burgemeester Ter Horst om in Nijmegen anoniem solliciteren in te voeren. Toen hij vervolgens toch instemde met een beperkt experiment, kreeg hij de hoon van de oppositie over zich heen. Vijftien raadsleden verlieten uit protest de vergaderzaal. Zo’n draai van 180 graden wordt sindsdien ‘een Alard-Beckje’ genoemd.
Na zijn afscheid als raadslid werd Alard in 2010 voor een tweede periode afdelingsvoorzitter. Onder zijn leiding was de afdeling actief in het project ‘Van Waarde’ van de Wiardi Beckman Stichting, over sociaal-democratie in de 21e eeuw. Dit resulteerde onder andere in een drukbezochte manifestatie in Nijmegen in 2013. Ook stond hij aan de wieg van de grensoverschrijdende samenwerking tussen de PvdA en de SPD in de regio Nijmegen-Kleve. In 2014, Alard was inmiddels 71 jaar, ging hij echt met pensioen. In zijn laatste jaren omringde hij zich in zijn appartement met boeken en kunstwerken. Hij genoot van de successen van Ajax, de voetbalclub die naast de Partij en zijn vrouw tot zijn ‘drie liefdes’ behoorde.
In het begin van de coronatijd werd Alard opgenomen in het ziekenhuis. Via Dekkerswald kon hij uiteindelijk een plekje krijgen in De Sterreschans, waar hij samen met het echtpaar Van Agt aan tafel zat. De laatste jaren werd zijn wereld steeds kleiner, hij miste de Nijmeegse binnenstad en zijn dagelijkse gang naar café Biessels. Hij verloor langzamerhand zijn interesse in politiek en maatschappij. Zelfs de verrichtingen van Ajax volgde hij niet meer. Trots was hij, toen hij in 2023 de jubilarisspeld voor zijn vijftigjarig lidmaatschap van de partij mocht ontvangen. De laatste maanden ging hij fysiek en mentaal snel achteruit. Op zaterdagavond 7 december 2024 blies hij in aanwezigheid van familie de laatste adem uit. Op uitdrukkelijk verzoek van Alard is er geen afscheidsbijeenkomst.
—
Deze in memoriam is geschreven door Rutger Zwart